Ook voor anderen dan instructeurs en examinatoren kan de Rijprocedure een nuttige functie hebben. Voor de rijbewijsbezitter bijvoorbeeld is de Rijprocedure een compleet naslagwerk aan de hand waarvan hij zijn eigen rijvaardigheid kritisch kan bezien. Voertuigen zijn uitgerust met rijhulpsystemen. Deze worden ook wel ADAS (Advanced Driver Assistance Systems) genoemd. Een overzicht met veel voorkomende rijhulpsystemen staat in ‘het ADAS Woordenboek’ van de ADAS alliantie. Voor het meest wenselijk gebruik van deze rijhulpsystemen zijn er in 2023 algemene richtlijnen opgenomen in hoofdstuk 1 en 2 van deze rijprocedure. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld op basis van de volgende uitgangspunten: 1. De bestuurder is altijd zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de rijtaak, dus niet de auto of de rijhulpsystemen. 2. Een goede rijvaardigheid van de bestuurder blijkt uit veilig, comfortabel, sociaal en aangepast rijden. Dit mag met en zonder rijhulpsystemen. 3. Van de rijhulpsystemen weet de bestuurder redelijkerwijs waarvoor deze dienen, hoe deze werken en hoe hij deze zo goed mogelijk kan gebruiken. 4. De bestuurder weet dat: a. namen van rijhulpsystemen kunnen verschillen tussen auto’s (types en merk); b. ondanks dat rijhulpsystemen dezelfde functionaliteit hebben, de uitvoering of manier van bedienen tussen auto’s (types en merk) kunnen verschillen; c. weg-, weers- en verkeersomstandigheden van invloed kunnen zijn op de werking van de rijhulpsystemen. 5. De bestuurder weet wat een rijhulpsysteem kan én dat het rijhulpsysteem grenzen heeft aan wat het kan. 6. De bestuurder kan zich doelbewust door de rijhulpsystemen laten informeren of ondersteunen (met uitzondering van noodsystemen). 7. De bestuurder onderkent het risico van negatieve gedragsaanpassingen van zichzelf als gevolg van het rijhulpsysteem. Bijvoorbeeld een kleinere volgafstand omdat in noodsituaties de auto toch wel afremt.
Overgenomen van JOAS VAN WINGERDEN NIEUWS 28 mei 2020 om 12:53
Rijhulpsystemen nemen een steeds grotere rol in bij het besturen van een voertuig. Op den duur wordt het volgens de minister van Infrastructuur en Waterstaat dan ook een onderdeel van het praktijkexamen. Er wordt door verschillende instanties al onderzocht hoe dit kan worden geïmplementeerd.
Moderne auto’s kunnen op steeds meer fronten ingrijpen of de bestuurder assisteren om de rit zo veilig mogelijk te laten verlopen. Hoewel niet iedereen deze ‘bemoeienis’ van auto’s wenselijk vindt, is het wel duidelijk dat autorijden meer en meer die kant op gaat. Uiteindelijk zullen we het stuur zelfs steeds vaker helemaal uit handen gaan geven. Het wordt door minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen dan ook gezien als een ontwikkeling waar rijscholen en het CBR op moeten inspelen bij praktijklessen en -examens. Beginnende bestuurders moeten bekend worden met de mogelijkheden, maar zeker ook met de beperkingen van dergelijke systemen.
Volgens Van Nieuwenhuizen liggen er al plannen om actief te oefenen en toetsen hoe je verantwoord omspringt met de voorhanden zijnde hulpsystemen. “Er wordt gewerkt aan een integrale testmethodiek voor rijhulpsystemen waarin kennis, vaardigheden en capaciteiten van de bestuurder worden betrokken. Voor nieuwe bestuurders worden rijhulpsystemen meegenomen in de rijopleiding opdat zij weten wat rijhulpsystemen wel en niet kunnen en hoe je met deze systemen omgaat”, aldus Van Nieuwenhuizen in een beleidsreactie die door RijschoolPro in is gezien.
Hoewel het nog niet bekend is wanneer het gebruik van deze systemen werkelijk zal worden getoetst, vindt de minister het wel wenselijk dat er alvast mee wordt geoefend tijdens rijlessen. De RDW wordt in het hele verhaal betrokken om te testen wat de werking van de systemen in verschillende auto’s is en hoe dat in praktijkexamens toepasbaar is. Ook Bovag en het IBKI (instituut voor certificering en examinering in de mobiliteitsbranche) kijken naar de praktische mogelijkheden en zullen op den duur waarschijnlijk met aanbevelingen voor de implementatie in praktijkexamens komen.
现代汽车可以在越来越多的方面进行干预或协助驾驶员使行驶更加安全。虽然不是每个人都希望汽车进行这种“干涉”,但很明显,驾驶汽车正在朝着这个方向发展。最终,我们甚至会越来越少地将方向盘掌握在手中。荷兰基础设施和水利部部长Cora van Nieuwenhuizen认为这是一个发展趋势,驾校和CBR在实践课程和考试中必须适应。新手驾驶员必须了解这些系统的可能性,但也要了解这些系统的局限性。
Bij 20 rijscholen wordt het praktijkexamen auto afgebroken bij meer dan 10 % van hun kandidaten. Bij 4 van hen gebeurt dit zelfs bij één op de vijf kandidaten. Dat blijkt uit gegevens van het CBR over 2022. Hierbij gaat het om 19 kleine rijscholen met minimaal 20 examens en 1 grote rijschool met meer dan 500 examens. Bijna al deze rijscholen komen uit het westen van het land. Het CBR gaat met hen in gesprek.
Een rijexamen wordt afgebroken als de kandidaat een direct gevaar vormt voor zichzelf, de meerijdende instructeur, de examinator en het overige verkeer. In 2021 gebeurde dat bij 2.025 autopraktijkexamens. Afgelopen jaar zijn er 2.668 examens afgebroken.
Goed voorbereiden Het CBR wil graag dat kandidaten zich goed voorbereiden op het rijexamen, met genoeg lessen en een goede rijschool. Dat verhoogt de slaagkans. Helaas zien onze examinatoren te vaak dat kandidaten niet genoeg zijn voorbereid. Bijna een kwart van de kandidaten komt twee keer of vaker terug voor het examen. Daarom heeft het CBR de verplichte wachttijd van 2 weken voor herexamens tijdelijk verlengd op 1 september 2022. Als je de eerste keer zakt, kun je op zijn vroegst na 4 weken weer afrijden. Zak je twee keer of vaker, dan moest je tot 1 december 2022 minstens 15 weken wachten. Op 1 december 2022 is de wachttijd van 15 weken versoepeld naar 10 weken.
Wachttijd na afgebroken examen blijft 15 weken De versoepeling naar 10 weken geldt niet na een examen dat door een examinator is afgebroken door gevaarlijk rijgedrag. In dat geval is de voorbereiding zó slecht geweest, dat de minimale wachttijd 15 weken blijft. De maatregelen na een afgebroken examen worden mogelijk uitgebreid in de toekomst.